Blowerdoortest of luchtdichtheidstest
Een blowerdoortest , ook wel genoemd blowertest of luchtdichtheidstest, meet de luchtdichtheid van het gebouw. Tijdens deze test wordt het gebouw in onderdruk en overdruk gebracht met een gekalibreerde ventilator.
Waarom een blowerdoortest / luchtdichtheidsmeting?
Er zijn verschillende redenen om een blowerdoortest uit te laten voeren. Wanneer u nieuw bouwt, kan u een test laten uitvoeren op het moment dat de luchtdichting afgewerkt is. Voordat u het pand volledig gaat afwerken kunt u makkelijker de lekken dichten dan achteraf. Ook bij renovatie van het pand is het beter te controleren of de nieuwe aangebrachte isolatie en/of kozijnen luchtdicht zijn aangebracht.
Hoe gaat een blowerdoortest of luchtdichtheidsmeting in zijn werk?
Allereerst worden de benodigde voorbereidingen getroffen. Belangrijk is dat alle buitendeuren en -ramen gesloten zijn, en dat alle binnendeuren open staan. De ventilatie wordt uitgeschakeld en eventuele controleerbare ventilatie- openingen worden in gesloten toestand geplaatst. Vervolgens wordt de blowerdoor (bij voorkeur) in een deuropening geplaatst. De blowerdoor past vrijwel in iedere deuropening en wordt passend gemaakt. Lekken worden opgespoord door middel van rook en/of themografisch onderzoek.
Wat is Qv10
Luchtdichtbouwen houdt in dat naden en kieren goed worden gedicht waardoor ongecontroleerde luchtstromen vermeden worden. Als een gebouw goed luchtdicht is gebouwd verhoogd dit het comfort en draag zorg dat het energieverbruik laag blijft. Er wordt gekeken naar:
. Aansluiting tussen kozijn en gevels
. Dakaansluitingen op gevels.
. Dak doorvoeren.
. Aansluitingen begane grond vloeren
. Onderlinge en hoekaansluitingen
De waarde wordt gebruikt voor de mate aan luchtdichtheid is de qv10 waarde. Deze eenheid geeft weer hoeveel liter lucht per seconde, per m2 bij een drukverschil van 10 Pa door de gebouwschil stroomt (dm3/s per m2). De luchtdichtheid moet worden berekend voor het gehele gebouw.
De eisen
In het Bouwbesluit (artikel 5.4) is opgenomen dat de luchtdoorlatendheid van de thermische schil van voor mensen verwarmde gebouwen niet groter mag zijn dan 0,2 m3/s (qv10 ≤ 200 dm3/s), bepaald volgens NEN 2686. Deze eis is echter niet erg ambitieus en onvoldoende voor een energiezuinige woning. De waarde voor de luchtdichtheid in de EPC-berekening is daarom bijna altijd lager, en dus strenger, dan de Bouwbesluit-eis. De gehanteerde classificatie voor de mate van luchtdichtheid wordt ingedeeld in drie klassen: