Nationale Presentatieafspraken Woningbouw

Wat omvatten de Nationale Prestatieafspraken op hoofdlijnen?

Door het afschaffen van de verhuurderheffing per 1 januari 2023 komt er bij corporaties jaarlijks circa € 1,7 miljard aan investeringsruimte vrij. Daar tegenover staan nu bindende Nationale Prestatieafspraken. Hier lees je op hoofdlijnen wat die prestatieafspraken inhouden. Delen

Verdubbeling bouwproductie sociale huurwoningen

Om het huidige tekort aan sociale huurwoningen en de wachtlijsten aan te pakken moet het bouwtempo van de corporaties flink omhoog de komende jaren: van ca. 15.000 per jaar naar bijna 30.000 in 2030. Doel is dat corporaties 250.000 sociale huurwoningen bouwen in de periode 2022 t/m 2030.

Daarnaast is afgesproken dat corporaties tot en met 2030 50.000 middenhuurwoningen gaan bouwen, waarbij de evenwichtige mix moet worden gevonden van woningen met een prijs tussen € 850 euro en € 1.000. De provincies en gemeenten stellen voor het einde van het jaar samen met corporaties en huurders regionale woondeals op. Zo wordt per gemeente duidelijk hoeveel sociale huurwoningen corporaties gaan bouwen tot en met 2030, en hoeveel middenhuurwoningen corporaties per gemeente gaan realiseren.

De gemeenten zullen eind 2022 duidelijk maken waar deze woningen gaan komen. Per gemeente streven we naar minstens 30% sociale huur. Ook komt er een duidelijke definitie in de wet van wat sociale huur is.

Verantwoorde huurstijgingen en huurverlaging voor lagere inkomens

In de afspraken over betaalbaarheid is een balans gevonden tussen generieke maatregelen waarvan álle huurders profiteren en specifieke maatregelen waarvan mensen met lagere inkomens en mensen in niet-duurzame woningen profiteren. Corporaties gaan de komende 3 jaar voor alle huurders de huren matigen. Daarbij wordt de koppeling met de inflatie losgelaten en wordt de maximale huursomstijging 0,5% lager dan de CAO-loonontwikkeling. Daardoor stijgen de huren minder hard dan de lonen. Om de huur voor huurders met een laag inkomen te verbeteren krijgen huurders met een inkomen op of onder 120% van het sociaal minimum een wettelijk verplichte eenmalige huurverlaging tot € 550 (prijspeil 2020, afhankelijk van het jaar waarin deze maatregel precies wordt ingevoerd wordt dit bedrag geïndexeerd).

Circa 510.000 huishoudens komen hiervoor in aanmerking. Zij krijgen een gemiddelde huurverlaging van gemiddeld € 57 per maand. Dit komt in de plaats van een generieke huurbevriezing in 2024. Tot slot gaan corporaties met voorrang een deel van hun (nieuwe) middenhuurwoningen toewijzen aan doorstromers uit de sociale huursector.

Vergaande verduurzaming van meer dan 675.000 woningen

De verduurzaming van de gebouwde omgeving is een complexe opgave die tot 2050 veel vraagt van gemeenten, corporaties en huurders. We hebben elkaar nodig om de verduurzamingsopgave te realiseren op zo’n manier dat iedereen er uiteindelijk voordelen van heeft. Corporaties gaan al hun woningen met een E-, F-, of G-label tot en met 2028 versneld verduurzamen. Dit sluit aan op het doel om in 2030 675.000 woningen vergaand te isoleren en om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken. Om huurders van deze verduurzaming te laten profiteren is afgesproken dat zij geen huurverhoging krijgen na isolatiemaatregelen die leiden tot een beter energielabel.

€ 1,5 miljard voor woningverbetering en aanpak van vocht- en schimmelproblemen

Corporaties en gemeenten willen hun inzet vergroten om investeringen in woningen, de leefomgeving, het welzijn van huurders en de sociale samenhang in de wijk te verbeteren. Corporaties investeren daarom tot en met 2030 jaarlijks € 200 miljoen extra in woningverbetering, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid.

Vanaf 2026 mogen er geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (met uitzondering van woningen die door nieuwbouw vervangen worden).

€ 75 miljoen voor verbetering van de leefbaarheid

Het verbeteren van de leefbaarheid vraagt van corporaties, naast investeringen in het verbeteren van de woningkwaliteit, ook investeringen in de leefbaarheid van de wijk en het sociaal beheer in de wijk. In totaal trekken corporaties hier tot en met 2030 jaarlijks € 75 miljoen extra voor uit.

Voor meer informatie

Bron: (Aedens.nl)

Energielabels per 1 juli 2023 wat is er voor uw woningvoorraad veranderd?

Herwaardering aangrenzend onverwarmde ruimte (AOR) kan tot labelsprong leiden na 1 juli

In de nieuwste update van de NTA en Assets Energie zijn er een aantal wijzigingen rondom de berekening van de aangrenzend onverwarmde ruimten en serres. 

Vanaf 1 juli 2023 hebben er wijzigingen in de NTA 8800 plaats gevonden dit kan betekenen dat er een herwaardering kan plaatsvinden in woningen welke aangrenzend aan een onverwarmde ruimte (AOR). Dit kan zelfs leiden tot een labelsprong.

In de huidige berekening is een begrenzing aan een aangrenzend onverwarmde ruimte (AOR) erg nadelig voor het energielabel. De NTA rekent voor deze ruimte met de buitentemperatuur. Echter in tegenstelling tot buiten is er in een onverwarmde ruimte geen zoninval. Omdat de warmte van de zon dus niet wordt meegenomen en met dezelfde koude temperatuur als buiten wordt gerekend, geeft deze begrenzing het meeste verlies in de huidige NTA.

Vaak is de temperatuur in een aangrenzend onverwarmde ruimte echter meer gematigd. Met de komende wijziging in de NTA voor 2023, die ingaat vanaf 1 juli, wordt hier rekening mee gehouden en zal er niet langer strikt met de buitentemperatuur gerekend worden. Dit betekent ook dat er vanaf 1 juli wat kan verschuiven in de labels de woningen in de huidige voorraad. Een voorbeeldberekening van een woning met een ongeïsoleerde vloer boven een AOR, bijvoorbeeld een onverwarmde fietsenstalling, geeft deze wijziging verschil van ongeveer 70 kWh/m2 op de EP2.  

Voor woningen met een groot verliesoppervlak grenzend aan een AOR kan het dus de moeite waard zijn om de maatregelen nodig voor de labelsprong weg van een E, F of G label te herwaarderen. Zo kan het zijn dat sommige woningen na de herberekening in de nieuwe NTA al een pre-label hebben dat D of hoger is.

Wanneer u al plannen had om bepaalde woningen te gaan verduurzamen kunt u hierdoor voor vervelende verrassingen komen te staan. Duvama kan samen met u een overzichten samenstellen waardoor u weet wat u te wachten staat.

Heeft u vragen over deze wijzigingen in de NTA8800 of wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op.